Wat is de betekenis van APOTHEKERSBEDIENDE?

2024-03-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Apothekersbediende

Apothekersbediende - was voor het K.B. van 2 Mei 1908 de titel van apothekers-assistenten.

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

APOTHEKERSBEDIENDE

m. en v. (-n), geëxaineerd persoon die in eene apotheek behulpzaam is of mag zijn; ...BOEK, o. (-en), pharmacopoea: ...EXAMEN, o. (-s); ...FLESCH, v. (...flesschen); ...FLESCHJE, o. (-s); ...JONGEN, m. (-s); ...KUNST, v.; ...ONKOSTEN, mv. in apothekersonkosten vervallen, in zeer hooge kosten; ...REKENING, v. (-en), (ook) eene zeer hooge...