anti
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)
Marc De Coster (2020-2024)
1. (2003) (jeugd) Antilliaan(se). Vgl. Suri* en Paki*. • Anti: Jongerentaalafkorting voor Antilliaan. (Martin Meulenberg: Van adat tot zwart-rechts. Lexicon van de multiculturele samenleving. 2003) • 'Wel een condoom gebruiken,' waarschuwde hij. 'Altijd bij Anti's.' (Robert Vuijs-je: Alleen op de wereld. 2009) • Een stukje verderop...
Wiktionary (2019)
anti - Zelfstandignaamwoord 1. de tegenstander ♢ De anti's hebben de verkiezingen verloren. anti - Bijwoord 1. tegen ♢ Ik ben vaak anti, vooral als andere mensen vóór zijn. Woordherkomst afgeleid van het Grieks: 'anti'
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: