anna
Griekse vorm van Hebreeuws Hanna, wat 'genade, begenadigde, lieflijke' betekent (ook in de Latijnse literatuur komt de naam Anna, zij het van andere oorsprong, al voor). In de Bijbel wordt Anna in Lucas 2 genoemd als de naam van een profetes. Zijn grote verbreiding kreeg de naam echter door Anna, de vrouw van Joachim, moeder van Maria (genoemd in h...