Wat is de betekenis van Angstvalligheid?

2024-03-29
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Angstvalligheid

(scru’pulositeit), geestesgesteldheid, die zich kenmerkt door onredelijke en overdreven angst (scrupu’les), vooral op godsdienstig en zedelijk gebied.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Angstvalligheid

v., 1. geneigdheid tot angst; 2. nauwgezetheid; 3. (...heden), (w. g.> bezorgdheid, bekommering die iemands gemoed vervult..

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Angstvalligheid

Angstvalligheid - geestesgesteldheid, zich kenmerkend door onredelijken en overdreven angst, vooral op godsdienstig en zedelijk gebied. zie Scrupulositeit.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

angstvalligheid

v. (...heden) 1. Eig. het angstvallig zijn. 2. Metn. blijk van angstvalligheid. Syn. ➝ angst, [door angst veroorzaakt.