Wat is de betekenis van Angelsaksische taal en letterkunde?

2024-03-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Angelsaksische taal en letterkunde

De term „Angelsaksisch” wordt gebruikt voor de vroegste periode, tot de verovering door Willem van Normandië, van de Engelse geschiedenis, letterkunde en taal, hoewel de filologen voor de laatste nu over het algemeen aan de term „OudEngels” de voorkeur geven. De Angelsaksische taal behoort tot de Westgermaanse taalgroep...

2024-03-29
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Angelsaksische taal en letterkunde

De Angelsaksische taal, de moeder van het Engelsch, en het naast verwant aan het Oudsaksisch, Oudnederduitsch en Oudfriesch, is een tak van den nederduitschen stam der germaansche talen, die zich, uit Noord-Duitschland naar de britsche eilanden overgebragt, daar zelfstandig verder ontwikkeld heeft en reeds op het laatst der 6e eeuw, na het Celtisch...