Wat is de betekenis van andersvalide?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

andersvalide

(1975) (euf.) mindervalide. Zie ook: lichamelijk* uitgedaagd. • De heer Minderman noemde de reportage die in 1973 werd uitgezonden in Avros Televiziar een „tijdsdocument, waarin de gevoelens en gedachten van jonge mensen met een aangeboren hartafwijking zijn uitgebeeld vanuit een menselijke instelling voor de anders-valide medemens"...

2024-04-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

andersvalide

gehandicapt Daarnaast wil de stad ook financiële stimulansen geven aan zelfstandigen die een minicrèche, zelfstandig kinderdagverblijf of opvanggezin willen worden. Ook de opvang van andersvalide kinderen moet uitgebreid worden. (dagblad) Eufemisme voor wat ook mindervalide wordt genoemd. Belgisch-Nederlandse Standaardt...

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

andersvalide

Politiek correct taalgebruik voor een gehandicapte, een woord dat voor velen een te negatieve klank heeft. Het eigenaardige is dat een term zoals deze en het gelijkaardige ‘minder-valide*’ door het gebruik van de adjectieven ‘anders’ en ‘minder’ de tekortkomingen en het anders zijn juist extra beklemtonen. Nog absurder is het nieuwe eufemisme ‘mens...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

andersvalide

(de, -n) gehandicapte. Vijf journalisten deelden België op in dertig kaarten, en stelden het menu samen voor daguitstapjes. De gids brengt ook tien toeristische steden in beeld, getest op hun faciliteiten voor andersvaliden. - GvA, 15-10-2002.

Gerelateerde zoekopdrachten