Wat is de betekenis van ANDERS?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

anders

(1939) (euf.) ouderwetse benaming voor homoseksueel (geaard). Zie ook: anders geaarde. • Nu ik mij m’n „anders”-zijn bewust ben, let ik zoowel op eigen als op anderer gedragingen. Het is vaak toch eenvoudig. Je kunt ’t zien. Zeker, zelden zijn twee gevoelsgenooten aan elkaar gelijk. (Dr. Benno J. Stokvis: De homo-sexuee...

2024-04-19
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Anders

Friese, Nederduitse en Scandinavische vorm van Andreas.

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Anders

Anders - Eigennaam 1. (mannelijke naam)

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

anders

anders - bijwoord uitspraak: an-ders 1. op andere tijden ♢ Jan is erg stil terwijl hij anders altijd veel te vertellen heeft 2. als het niet zo is ♢ we kunnen gaan schaatsen of anders naar de bi...

2024-04-19
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Anders

Anders - eufemistische aanduiding voor lesbisch, homoseksueel. Hoewel ik dus vanaf m’n jongste kinderjaren heb gevoeld, anders te zijn dan andere meisjes, was ik al negentien jaar, toen ik voor het eerst hoorde wat ‘anders-zijn’ eigenlijk was, dat het een naam had en dat er veel meer menschen waren zooals ik. (Stokvis, 1939). Ook...

2024-04-19
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Anders

m Fri., Nederduitse en Scand. vorm van Andreas.

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

anders

van ‘n ander aard, soort of voorkoms; op ‘n ander manier.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Anders

adv., oars; (op een andere wijze) (yn) oarwei, (yn) oar(r)ewei, yn ’e oare wei; nietsdan, kleare(bare); als het beslist nietkan, as it net heger of leger kin; niets anders doen dan,oaninoar-, byinoar-, gearhingje fan.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Anders

anders; wenn anders, wanneer althans; ten minste als, mits; wo anders, elders.