Wat is de betekenis van Amusement?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

amusement

amusement - Zelfstandignaamwoord 1. iets waarmee men zich vermaakt Wat een amusement was dat, zeg. Na hard werken vond hij dat hij wel een amusementje had verdiend. Woordherkomst uit het Frans

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

amusement

amusement - zelfstandig naamwoord uitspraak: a-mu-se-ment 1. wat je bezighoudt en amuseert ♢ het amusement staat bij dit programma op de voorgrond Zelfstandig naamwoord: a-mu-se-ment het amusement Synoniem...

2024-04-20
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

amusement

Allez, ’t amusement (tot ziens, veel plezier).

2024-04-20
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

amusement

Amusement is het aangenaam bezighouden, onderhouden; verzamelbegrip voor lichte, gemakkelijke, oppervlakkige, populaire vormen van muziek, theater, film, cabaret, lectuur e.d., ter ontspanning, vermaak en verstrooiing van het publiek.

2024-04-20
Begrippenlijst drama

Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2001)

Amusement

Fr.: amuser = vermaken, aangenaam bezighouden, onderhouden. Verzamelbegrip voor (alle) ‘lichte’, gemakkelijke, oppervlakkige, populaire vormen van muziek, theater, film, cabaret, lectuur en dergelijke ter ontspanning, vermaak en verstrooiing van het publiek. (→) entertainment

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Amusement

vermaak; verstrooiing

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Amusement

o., vermaak, tijdkorting, uitspanning

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

AMUSEMENT

zie vogeldxk Ontspanning.