Wat is de betekenis van Amerikaan?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Amerikaan

1. (1974) (politie, onderwereld) gewoon deurslot. Zie ook Amerikaantje*. • (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974) • (Elsevier, 17/12/2005: Van aanlopen tot zwijntjesjager) • (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011) 2. (1948) (inf.) sigaret van Amerikaanse tabak. • In Danzig r...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Amerikaan

Amerikaan - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) persoon die in Amerika wonen|woont, hetzij Noord-Amerika of Zuid-Amerika 2. (demoniem) inwoner van de Verenigde Staten van Amerika Een 68-jarige Amerikaan die al ruim vier decennia opgesloten zit zonder dat hij ooit is veroordeeld, moet worden vrijgelate...

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Amerikaan

s., Amerikaen.

Wil je toegang tot alle 7 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Amerikaan

m. (...kanen), 1. bewoner van Amerika, inz. van de Verenigde Staten van Noord-Amerika; 2. effect in een Amerikaanse onderneming, inz. als verkl. Amerikaantjes.