Wat is de betekenis van Ambtshalve?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ambtshalve

ambtshalve - Bijwoord 1. vanwege het ambt De burgemeester moet ontvangsten uit bijbanen die hij ambtshalve heeft in de gemeentekas storten. Woordherkomst Afgeleid van ambt met het achtervoegsel -halve en met het invoegsel -s-. Synoniemen beroepshalve, professioneel, beroeps...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ambtshalve

ambtshalve - bijwoord uitspraak: ambts-hal-ve 1. vanwege het werk, officieel ♢ ambtshalve moet ik deze kleding dragen Bijwoord: ambts-hal-ve

2024-04-19
Basisboek Recht

O.A.P. van der Roest (2000)

Ambtshalve

Hetgeen de rechter uit eigen beweging doet.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ambtshalve

bw., uit kracht van of nopens het ambt dat men bekleedt; officieel.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ambtshalve

bw. (krachtens of nopens het ambt).

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ambtshalve

bw. krachtens het ambt.

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AMBTSHALVE

bw. uit kracht van het ambt, officieel.