Wat is de betekenis van ambtsgeheim?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ambtsgeheim

ambtsgeheim - Zelfstandignaamwoord 1. het verplicht geheimhouden van kennis die men opdoet tijdens de uitoefening van zijn ambt Politieman en voormalig PVV-Kamerlid Hero Brinkman is donderdag vrijgelaten, meldt persbureau ANP. Brinkman werd op 3 april opgepakt op verdenking van schending van zijn ambtsge...

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Ambtsgeheim

Ambtenaren en beëdigde personen, zoals notarissen, moeten over wat zij in hun functie vernemen, zwijgen. Dit geldt ook voor artsen, advocaten, predikanten en in het bijzonder voor katholieke geestelijken (het biechtgeheim).

2024-04-25
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

AMBTSGEHEIM

duidt op de verplichting om hetgeen men door zijn ambt, beroep (beroepsgeheim) of betrekking te weten gekomen is, geheim te houden overeenkomstig de uitgesproken of te veronderstellen wil van degene die het geheim toevertrouwde. Strikt genomen valt onder het ambtsgeheim alleen datgene wat de functionaris wordt toevertrouwd om het hem mogelijk te ma...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ambtsgeheim

o. (-en), verplichte geheimhouding van zaken waarvan men ambtshalve kennis draagt; zulk een zaak zelf.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Ambtsgeheim

is de verplichting om datgene waarmede men uit hoofde van zijn tegenwoordig of vroeger ambt bekend is geworden, geheim te houden. A. geldt alleen voor bekleders van openbare ambten. Als voorbeelden hiervan zijn te noemen: politieagent, rechter, belastingambtenaar, Kamerlid, notaris. In tegenstelling met beroepsgeheim (voorbeeld : arts, advocaat). H...

2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Ambtsgeheim

In de XVIIde Titel van Boek II van het Nederlandsche Wetboek van Strafrecht, handelend over schending van geheimen, stellen de artt. 272 en 273 straf op het opzettelijk bekendmaken van geheimen, welke men verplicht is te bewaren. De wet onderscheidt hierbij ambts- en beroepsgeheimen en stelt daarnaast hem strafbaar, die opzettelijk aangaande een on...

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Ambtsgeheim

de verplichting, opgelegd aan bepaalde functionarissen als advocaten, artsen, notarissen en ambtenaren, de zaken, die hun uit hoofde van hun beroep ter oore komen, geheim te houden.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Ambtsgeheim

Ambtsgeheim - zie Beroepsgeheim, zie Verschooningsrecht.