Wat is de betekenis van Ambon?

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Ambon

(1), (Amboina), eiland in de Banda-Zee, 761 km2, ca 70.000 inw. (met de Lucipara- en de Schildpadeilanden). 1512 Port.; 1599 Ned.; (2) hoofdplaats van de afdeling Amboina, op eiland Ambon; ca 20.000 inw.; (3) Samenzwering van, in 1623 van Eng. en Japan tegen Ned. op Ambon; verijdeld; enige Eng. terechtgesteld: jarenlange grief der Eng. ; nog een m...

2024-04-25
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Ambón

m. ambon, ambo (preekstoel).

2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Ambon

(1) eiland in de Bandazee, somtijds, evenals de gehele afdeling, Amboina geheten, beslaat een oppervlakte van ruim 761 km2. Het bestaat uit twee schiereilanden, welke verbonden worden door de landengte van Bagoeala; het N. draagt de naam Hitoe, het Z. Laitimor. Tussen beide ligt een brede baai, welke ter hoogte van de hoofdplaats een veilige ligpla...

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Ambon

→ Amboina.

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Ambon

Ambon - 1°officieele naam Amboina, door de Portugeezen gegeven; inlandsche naam Noesa Apon = neveleiland, ook Thau, eiland in N. O. I., opp. 683 km2. Ligg.: tusschen 3° 28'—3° 48' Z. en 127° 58'—128° 26' 0., in de Banda-zee, ten 0. van Boeroe en ten Z. W. van Ceram, op den Timor-Ceram-boog, langs de grenzen van het Sahoel-plat (vandaar veelvuldige...

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ambon

('ambon) m. (-en) (spr. 'bo:) [Gr. anabainein. in de hoogte gaan] kleine kansel, oorspronkelijk alleen in de oude basilieken : gewoonlijk zijn er twee -en nl. een aan beide zijden van het koor.

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ambon

Ambon - (officieele naam Amboina, door de Portugeezen gegeven; de indeeling der res. is onder Amboina opgegeven), 1) eiland in de Bandazee, ten O. van Boeroe en ten Z. van Ceram’s Westpunt, zich uitstrekkende van 3° 28' tot 3° 48' Z.B. en van 127° 58' tot 128° 26' O.L., met een oppervlakte van 683 K.M.2 Het eiland bestaat uit twee schiereilanden, v...

2024-04-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Ambon

(meerv. ambones) In de eerste christeneeuwen naam voor het spreekgestoelte in de kerken.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Ambon

of Amboina, hoofdstad van het eiland Amboina. Zie AMBOINA.