Wat is de betekenis van amandel?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

amandel

Het begrip amandel heeft 4 verschillende betekenissen: 1) amandelnoot. eetbare, platte en ovalen pit van de steenvrucht van de amandelboom; amandelnoot. Wordt in het algemeen taalgebruik vaak gezien als een noot maar is botanisch gezien eigenlijk een pit of zaadje. Ook wel in toepassing op de hele steenvrucht van de amandelboom, maar mees...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

amandel

amandel - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) (fruit) Amygdalus dulcis een vrucht van de amandelboom 2. (biologie) een orgaan in de keel dat deel uitmaakt van het afweersysteem Bij veel kinderen worden de amandelen geknipt. 3. (plantkunde) Amygdalus dulcis boom die amandelen voortbrengt 4...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

amandel

amandel - zelfstandig naamwoord uitspraak: a-man-del 1. platte pit van amandelvrucht ♢ in dit krentenbrood zit spijs van echte amandelen 2. klier achterin je keel en bovenin je neus ♢ toen Lahce...

2024-04-20
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

amandel

Zijn de zaden van de amandelvrucht. Zijn het gehele jaar verkrijgbaar en komen in diverse soorten en smaken voor. Veelal toegepast in de brood- en banketbakkerij, maar ook als garnituur bij borrelhapjes.

2024-04-20
Eerste hulp bij wijn begrippenlijst

Harold Hamersma (2005)

amandel

Wil je nog wel eens tegenkomen in de afdronk van een goede dus zeer zeldzame Soave. Presenteert de amandel zich echter in de vorm van een toetje dan laten we voornoemde Italiaan voor wat hij is en openen we lekker een fles met zoete chenin blanc uit de Loire.

2024-04-20
De complete Snoei encyclopedie

Bert Huls (2003)

Amandel

Prunus dulcis: Een mooie, kleine en slanke boom met een rechtopgaande groeivorm. De schors is roodachtig tot grijs van kleur. De boom heeft donkergroene, ruwe bladeren en bloeit met witte tot roze bloemen die op het kale hout verschijnen. Voor de bestuiving is een andere boom nodig. De vruchten zijn langwerpig eirond (4-5 cm lang), grijsgroen van k...

2024-04-20
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

amandel

(de, -s), 1. syn. van amandelboom: z.a. De amandel, de tamarindebomen, het glimmende grachtwater, de schaafijsman met zijn rood-groen karretje, ze schoten aan me voorbij (Roemer 1982: 180). 2. vrucht van de amandelboom. Dicht bij het huis van Ronald is een amandelboom. Ronald staat er bij. Hij ziet een rijpe amandel (A. de Vries 1957 (6): 33).-Et...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

amandel

pitvrug met eetbare pit; amandelagtig.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Amandel

1. (plantk.) de a. behoort tot de fam. der Rosaceae, onderfam.: Amygdalaceae, gesl.: Prunus, soortnaam: P. amygdalus. Oorspronkelijk van Klein Az. tot W. China. Men maakt onderscheid tussen zoete en bittere a. De a. wordt in ons land niet zo zeer voor de vruchten als wel om de bloemen gekweekt. Men heeft de amandel gekruist met de perzik en kreeg d...