alvast
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
alvast - Bijwoord 1. nu al ♢ Ik doe alvast mijn schoenen aan, dan kunnen we later gaan wandelen. Woordherkomst samenstelling van al en vast
Muiswerk Educatief (2017)
alvast - bijwoord uitspraak: al-vast 1. zonder te wachten ♢ ik heb alvast de tafel gedekt Bijwoord: al-vast Synoniemen vast
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
in elk geval, tenminste Ik vraag me af of papa vroeger ooit meekwam naar een schoolfeest. Ik weet het niet zeker, maar ik geloof van niet, ik kan het me toch alvast niet herinneren. (Griet Op de Beeck, Kom hier dat ik u kus) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 3
Van Dale Uitgevers (1950)
bw., intussen reeds, voorshands, in afwachting van wat volgt: hij zal ons wel spoedig komen afhalen, laten we alvast ons boeltje maar pakken ; — zoveel is reeds zeker, dat weet ik al: hoe ik over hem denk? een ongemanierd mens is hij alvast.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: