altoos
altoos - Bijwoord 1. op elk moment 2. steeds opnieuw Woordherkomst samenstelling van al en toos Synoniemen altijd, immer
Wiktionary (2019)
altoos - Bijwoord 1. op elk moment 2. steeds opnieuw Woordherkomst samenstelling van al en toos Synoniemen altijd, immer
Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)
in allen gevalle, hoe dan ook: Wij zullen altoos tijdig genoeg komen op dat fraaie kasteel, V. LENNEP3 9, 127.
Van Dale Uitgevers (1950)
bw., gelijkbet. met altijd, maar minder algemeen gebruikelijk ; het begrip van herhaling treedt meer op de voorgrond. Vooral ook in de bet. van ten minste. Het accent wisselt.
Jozef Verschueren (1930)
('alto:s) bw. [te alle teug. te allen keer] altijd, met het bijdenkbeeld van herhaling : hij doet het (weer). Syn. ➝ altijd. altoosdurend (du:rənt) bn.
J.Pluim (1911)
staat voor altoges = al-toge + s. Dit toog (met de bijw. s) is gevormd van den verl. tijd van tiegen = trekken (vgl. teug) en bet. dus trek in den zin van gang, tocht (óók van tiegen), keer\ zoo zegt men nog in ’t Friesch: twontig tôche — 20 keer, en vroeger zei men voor: een tocht of een reis doen: een keer doen. Al...
J.H. van Dale (1898)
bw. heeft dezelfde beteekenissen als altijd, komt langzamerhand minder voor, althans in de schrijftaal; het begrip van herhaling treedt meer op den voorgrond. Zie ALTIJD, ALTOOSDUREND, bn. Zie ALTIJDDUREND.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: