Wat is de betekenis van ALTIJDDUREND?

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Altijddurend

bn., onafgebroken, voortdurend: zij leefden in altijddurende vete; — altijddurende rente, waarvan de hoofdsom niet dan in bepaalde gevallen kan worden teruggevorderd.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

altijddurend

bn. (onafgebroken): een altijddurende onzekerheid; altijddurende rente (rechtst.), rente ener hoofdsom, welke door den uitlener niet dan in bepaalde gevallen, bij de wet omschreven, kan worden teruggevorderd.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALTIJDDUREND

bn. onafgebroken, voortdurend ; zij leefden in altijddurende veete.