Wat is de betekenis van ALMOGEND?

2024-04-24
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

almogend

Betekent ongeveer hetzelfde als almachtig. Het komt reeds in die betekenis voor in het Middelnederlands. De letterlijke betekenis is ‘allesvermogend, volstrekt onbeperkt in macht, almachtig, als attribuut van God en Christus’. Ijdel gebruik leidt tot een vloek en uitroep van verwondering, verontwaardiging enz.: wel allemeugend...

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Almogend

bn., (minder gebruikelijk dan) almachtig.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

almogend

1. bn. (almachtig); 2. Almogende, de m. (God).

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

almogend

(al'mo:gənt) bn. almachtig, doch minder gebruikt.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALMOGEND

bn. (minder gebruikelijk dan) almachtig. ALMOGENDHEID, v. almacht (voor 1 God).

2024-04-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Almogend

Almogend, bn. almagtig. *-HEID, v. gmv.