allochtonen
allochtonen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord allochtoon
Wiktionary (2019)
allochtonen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord allochtoon
Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)
Inwoners die van elders afkomstig zijn; in tegenstelling tot autochtonen, de oorspronkelijke streekbevolking. Als allochtoon worden meer in het bijzonder de bevolkingsgroepen aangeduid die uit het buitenland afkomstig zijn. In 1988 woonden in Zaanstad 7.841 personen van een andere dan de Nederlandse nationaliteit, dit is 6,1 procent.Sinds omstreeks...
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
Bevolkingsgroep, die geboren is buiten de huidige woongemeente, in tegenstelling tot de → autochtonen. In 1971 vormde deze groep 43,7 % van de Zeeuwse bevolking. Soms wordt het begrip allochtoon ook toegepast op de groep die buiten de provincie is geboren. In 1971 vormde deze groep 17,5% van de Zeeuwse bevolking. De hoogste percentages buiten...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: