Wat is de betekenis van Albert carel willink?

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Albert carel willink

Ned. schilder, *7.3.1900 Amsterdam, ✝ 19.10.1983 Amsterdam. Litt. H.L.C.Jaffé, A.C.Willink (2e dr. 1983).

2024-04-25
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Albert carel willink

Albert Carel Willink (‘Carel’) geb. Amsterdam 7 maart 1900. Woonde en werkte aldaar, in Berlijn, Parijs; thans in Amsterdam. Leerling van prof. H. Balutchek te Berlijn (1920-1923). Schildert en tekent o.a. figuurstukken, landschappen met klassieke beelden. Als kunstrichting: magisch realisme. Tent. Stedelijk Museum Amsterdam (cat. 1961). Tent. St...

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Albert Carel Willink

(1900), Ned. schilder, leerling van prof. Hans Baluschek te Berlijn. Ontwikkelde een geheel eigen stijl; schildert landschap, figuur, portret en stadsgezicht die hij, met schier fotografische zuiverheid schilderend, herschept tot iets volkomen irreëels.

2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Albert Carel WILLINK

Nederlands schilder (Amsterdam 7 Mrt 1900), volgde aanvankelijk 2 jaar de opleiding voor architect te Delft. Van 1920-1923 was hij leerling van Baluschek te Berlijn. Na een korte cubistische periode kwam hij tot een persoonlijke, aan de nieuwe zakelijkheid en het surrealisme verwante stijl. Zijn techniek getuigt van een gedegen vakmanschap. Tot 193...