alarm
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
alarm - Zelfstandignaamwoord 1. een waarschuwing tegen gevaar ♢ Het alarm van de winkel ging af. 2. (elektronica) alarminstallatie Woordherkomst uit het Frans
Muiswerk Educatief (2017)
alarm - zelfstandig naamwoord uitspraak: a-larm 1. waarschuwing dat er gevaar dreigt ♢ toen de inbreker het raam insloeg, ging het alarm af 1. alarm slaan [doorgeven dat er gevaar is] ...
Rik Schutz (2007)
Ontleend aan Engels alarm = wekker Heb je hem al gedraaid vandaag? Ja zeker. Had mijn alarm gezet :) (2004) Het Alarm gaat nu luid en duidelijk af Haha echt relext, ik had vanochtend om kwart voor 7 mn alarm gezet, ff ziek melden voor mn werk, en hup, weer slapen!
Jean-Paul Pinon (2003)
Signalering van een situatie waarin een handmatige ingreep nodig kan zijn of waarin het systeem zelf een beveiligingsingreep kan uitvoeren (CEN/TC 234).
drs. L.A. Beeloo (1981)
oorspronkelijk een krijgskreet: „te wapen”, tegenwoordig iedere waarschuwingsroep, b.v. brandalarm.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: