al
...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. onbep. hoofdtelw. en vnw., bijvoegl. en zelfst.; 1.geheel, gans : al de vloot, al de stad ; — nog in : al zijn leven, zijn ganse leven; — op al de wereld, op de gehele wereld ; — al de dag, de ganse dag; — hij doet al zijn best, zijn uiterste best; — met al zijn macht; &mdas...
W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)
A †, (lidwoord, in vele Arabische woordverbindingen, zegswijzen enz:) de, het. ala I ‘ala: A, (voorzetsel oa) op, over, naar; (in vaste uitdrukkingen bv:) ‘ala kadarnja, naar vermogen, naar beste kunnen; -> ‘alaihi, ‘alaikum. II a‘la: A, hoog; tera'la †, zeer hoog, allerhoogste; uitstekend. III ala: †, à la, op zijn ….
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: