Wat is de betekenis van airbag?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

airbag

Het begrip airbag heeft 2 verschillende betekenissen: 1) opblaasbaar stootkussen in auto's. zak in het dashboard of in het stuur van voertuigen, meestal auto's, die zich bij een botsing volblaast en een soort stootkussen wordt dat bedoeld is om klappen op te vangen en zo ernstig letsel bij inzittenden te voorkomen; opblaasbaar stoo...

2024-04-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

airbag

(zelfstandig naamwoord) [verkeer] veiligheidskussen, autoballon, botsballon, plofzak, luchtzak - Het aantal plofzakken per stoel neemt nog steeds toe.

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

airbag

airbag - Zelfstandignaamwoord 1. (techniek) systeem in voertuigen waar bij een botsing snel een zak wordt opgeblazen ter bescherming van de inzittenden Na de botsing klapten de airbags open. Woordherkomst uit het Engels

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

airbag

airbag - zelfstandig naamwoord uitspraak: èr-bek 1. ballon in voor- of zijkant van de auto die zichzelf opblaast bij een botsing ♢ door de airbag raakte de bestuurder niet ernstig gewond Zelfstandig naamwoord: èr-bek ...

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Airbag

[Eng.] luchtzak in het stuur of dashboard van een auto, die zich bij een botsing razendsnel opblaast om de bestuurder te beschermen; soms ook bij de plaatsen voor medereizigers.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)