afzonderlijke
(1936) (wielr.) beroepsrenner die bijvoorbeeld aan de Tour de France deelnam zonder tot een nationale ploeg te behoren; renner die niet bij een 'fabrieksploeg' was aangesloten. Hij moest zichzelf zien te redden: materiaal kopen, een hotel regelen, defecte fietsen repareren (en zelf op zoek gaan naar nieuwe onderdelen), zorgen voor de ravitaillering...