afzonderlijk
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., 1. op zichzelf staande, of in gedachte op zichzelf beschouwd, het tegenovergestelde van gezamenlijk: de verschillende godsdienstoefeningen worden aan de keuze der voogden van ieder afzonderlijk kind overgelaten ; 2. van andere soortgelijke zaken of personen onderscheiden door een eigenaardig karakter, het tegeno...
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip afzonderlijk heeft 4 verschillende betekenissen: 1) op zichzelf beschouwd. op zichzelf beschouwd; opzichzelfstaand; apart. 2) speciaal; bijzonder. van andere soortgelijke zaken of personen onderscheiden of afgescheiden door een bijzonder karakter; speciaal; bijzonder; specifiek. 3) eigen. afgescheiden van andere pe...
Wiktionary (2019)
afzonderlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. op zichzelf staand ♢ De Hitchhikers guide to thet galaxy bestaat nu uit 6 afzonderlijk delen. Woordherkomst Naamwoord van handeling van afzonderen met het achtervoegsel -lijk
Muiswerk Educatief (2017)
afzonderlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: af-zon-der-lijk 1. gescheiden van anderen of iets anders ♢ zij gaan altijd afzonderlijk op vakantie Bijvoeglijk naamwoord: af-zon-der-lijk de/het afzonderlijke ......
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (op zich zelf zijnde of staande): een afzonderlijke slaapkamer, afgescheiden; de kinderen aten afzonderlijk, niet bij de volwassenen.
Jozef Verschueren (1930)
(af'sondərlək) bn. en bw. 1. afgescheiden : enige -e stemmen; optreden. Tgst. gezamenlijk. 2. biezonder: daar hebben wij geen woord voor. Tgst. algemeen. 3. alleenstaand : hij zat aan een tafeltje. Tgst. algemeen, gemeenschappelijk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: