Wat is de betekenis van afzink?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

afzink

(1973) (wielr.) afdaling van een berg. • In de afzink kwam Anquetil ons voorbijgestoven. (Robin Hannelore: Kampioen in een doodlopende straat. 1973) • Maar in tegenstelling tot zijn fameuze landgenoot Moser, durft hij zich in de lin-ke afzink niet als een steen naar beneden te laten vallen. (Algemeen Dagblad, 23/03/1992) • Terwijl...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afzink

afzink - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzinken ♢... dat ik afzink

2024-03-28
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Afzink

Afzink - afdaling van een berg. Vlaamse term.

Wil je toegang tot alle 7 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

afzink

afzink: de afdaling van een col of helling.

Gerelateerde zoekopdrachten