afzeggen
afzeggen - Werkwoord 1. (ov) aangeven dat men niet gaat komen ♢ Ik heb dat feest afgezegd omdat ik me niet goed voelde. 2. (inerg) ~ voor: aangeven dat men niet gaat komen ♢ Ik heb afgezegd voor het feest omdat ik een andere afspraak had. ...