Wat is de betekenis van afwijken?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afwijken

afwijken - Werkwoord 1. ergatief niet de gangbare norm volgen Hij week af van de norm en deed wat hij zelf wilde. 2. (inerg) in strijd zijn met Waarom heeft het dagelijks bestuur afgeweken van het advies van de commissie? Woordherkomst...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afwijken

afwijken - onregelmatig werkwoord uitspraak: af-wij-ken 1. je ergens niet aan houden ♢ we zijn van het plan afgeweken 2. anders zijn ♢ deze kleur wijkt af van die andere kleur Algemen...

2024-04-24
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

afwijken

1. Bij het bieden: een andere bieding doen dan in het gebruikte biedsysteem is aangewezen. Voorbeeld: het antwoorden van 1SA op de opening van 1♣ of 1♦ van de partner, terwijl men een vierkaart hoge kleur heeft. 2. Bij het tegenspelen: van een bepaalde holding met een andere kaart uitkomen of een andere kaart bijspelen dan op grond van de afspraken...

2024-04-24
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

afwijken

tot dwaling of zonde.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afwijken

v., ôfwike, ôfdwersje; — van, útskaeije fan.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afwijken

(week af, is afgeweken), 1. allengs een andere richting aannemen en zich daardoor verwijderen van de weg die men volgde, of van het gezelschap waarbij men zich bevond: het scheen dat hij ter zijde getreden en van het spoor af geweken was ; — van schepen: van de rechte koers afgaan, zijdelings afdrijven: ivij waren (het schip was) ee...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afwijken

week af, i. afgeweken (1 allengs een andere richting aannemen en zich daardoor verwijderen: 2 niet overeenkomen, in strijd zijn met): 1. van de goede weg afwijken; 2. een afwijkende mening verkondigen; een afwijkende bepaling: afwijken van; nog: het pad week van de hoofdweg af.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afwijken

('af) (week, weken af; is afgeweken) 1. in een andere richting gaan : van de gewone, goede weg -. Syn. ➝ afdwalen. Tgst. naderen. 2. Natk. van het ware noorden zich verwijderen: de magneetnaald wijkt westelijk af. 3. scheefstaan : die muur begint af te wijken. 4. van elkander afgaan : de planken van de vloer wijken af. 5. niet overeenkomen : d...