Wat is de betekenis van AFWEIDEN?

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Afweiden

afgrazen. Het vee, dat in de zomerperiode het grasland als voedselbron gebruikt, weidt het grasland af, d. w.z. het land wordt kaal en men spreekt clan van afgeweid land. Dit is dus grasland, waar het vee al het beschikbare gras heeft gebruikt. A. vormt de tegenstelling van afmaaien. Afgeweid land vertoont in het algemeen een dichte grasmat, afgema...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afweiden

v., ôfweidzje, biweidzje, ôfgrüzje, eartsje.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afweiden

(weidde af, heeft afgeweid), 1. al weidende afvreten: op die rotsen groeien geurige kruiden die het rundvee afweidt; 2. afgrazen, afscheren, kaal vreten: de paarden hebben dit land geheel afgeweid ; 3. (fig., dicht.) over de gehele oppervlakte verwoesten, b.v. van plunderende soldaten gezegd, of van vuur.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afweiden

('af) (weidde af, heeft afgeweid) weidend afvreten : zijn hooiland laten -.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFWEIDEN

Afweiden (weidde af, is en heeft afgeweid), al weidende afvreten op die rotsen groeien geurige kruiden die het rundvee afweidt; — afgrazen, afscheren, kaal vreten: menig boer laat zijn hooiland in het voorjaar afweiden; de paarden hebben dit land geheel afgeweid; — (fig.) een vetten grond afweiden, een rijk man uitzuigen door hem op ho...