Wat is de betekenis van afweer?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afweer

afweer - Zelfstandignaamwoord 1. het afweren van aanvallen De afweer functioneerde perfect in de burgeroorlog. afweer - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweren ♢... dat ik afweer Verwante b...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afweer

afweer - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-weer 1. het beschermen tegen aanvallen ♢ doordat de afweer goed geregeld was, kon de vijand de stad niet binnenkomen 2. verdediging van het lichaam met eigen bacteriën ...

2024-04-25
Encyclopedie van het milieu

Oosthoek (1984)

afweer

verzet van het lichaam tegen binnengedrongen lichaamsvreemde stoffen. → immuniteit.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

afweer

verdediging; wegkering; afgeweer; verhinder, voorkom, belet; afwerp; afwys.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afweer

m., 1. het afweren van dreigende slagen, -aanvallen, gevaren, rampen enz., de afwering of verwering ; 2. (veroud., gew.) iets dat dient om iets dreigends of onaangenaams af te weren, middel tot .afwering; 3. verkorting van afweergeschut; ook het schieten daarmee: de afweer was zeer krachtig.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afweer

m. (verweer, de daad van afweren): elke poging tot afweer mislukte.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afweer

('af) m. het afweren. Syn. verdediging. Tgst. aanval (1).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)