afwateren
afwateren - Werkwoord 1. overtollig water afvoeren ♢ Het dak waterde via een regenpijp af naar de regenput. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en wateren(werkwoord) Synoniemen draineren
Wiktionary (2019)
afwateren - Werkwoord 1. overtollig water afvoeren ♢ Het dak waterde via een regenpijp af naar de regenput. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en wateren(werkwoord) Synoniemen draineren
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Water afvoeren, zo dat het naar een gewenste plaats loopt. Heeft vooral betrekking op de loop van afvoerleidingen en goten en op de ligging van lagen in metselwerk.
Muiswerk Educatief (2017)
afwateren - regelmatig werkwoord uitspraak: af-wa-te-ren 1. het water naar één kant laten wegvloeien ♢ het dak is enigszins hellend voor het afwateren Regelmatig werkwoord: af-wa-te-ren ik water af (... ik afwater...
Hoogheemraadschap van Rijnland (2016)
Afwateren is het afvoeren van overtollig water (van gronden, landerijen en polders) via een stelsel van sloten en beken naar een lozingspunt, bijvoorbeeld een gemaal. Akoestische debietmeter Apparaat dat met behulp van geluidssignalen water aan- of afvoer meet.
Van Dale Uitgevers (1950)
(waterde af, heeft afgewaterd), 1. het water laten afvloeien : het plat is enigszins hellend gebouwd voor het afwateren ; de dijk heeft te geringe welving voor het afwateren; — die lagen zijn naar buiten flauw afwaterend bewerkt, zo dat het water er afvloeit: — (inz. in de landbouw en de waterstaat, van gronden, landerijen en pol...
M. J. Koenen's (1937)
waterde af, h. afgewaterd (van overtollig water: afgevoerd, geloosd worden; laten afvloeien): buurmans land watert af op onze sloot, loopt af.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
het door een natuurlijke helling loozen van water in een beek, rivier of zee. Men spreekt van natuurlijke of kunstmatige afwatering. De laaggelegen polders in ons land loozen meestal het teveel aan water op kunstmatige wijze door middel van een bemalingsinrichting, hetzij op het buitenwater, hetzij op een of meer boezems. De boezem met het hoogste...
Jozef Verschueren (1930)
('af) (waterde af, heeft afgewaterd) 1. het water laten afvloeien : een helling voor het -. 2. aflopen : zijn land watert in of op onze sloot af.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: