Wat is de betekenis van aftrap?

2024-04-16
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

aftrap

Het begrip aftrap heeft 2 verschillende betekenissen: 1) het aftrappen bij voetbal en rugby. het aftrappen bij voetbal en rugby, waarmee de wedstrijd begint of hervat wordt, hetzij aan het begin van een van beide helften van een wedstrijd of een verlenging daarvan, hetzij nadat een doelpunt gescoord is. 2) start; opening; kick-off. (...

2024-04-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aftrap

(1956) (mar.) inrukken. Vnl. imperatief. Ook: einde koffiepauze. • Na het ankeren is het aftrap. (K. Norel: Bij de marine. 1956) • Aftrap. Signaal dat de oefeningen zijn beëindigd of dat het werk kan worden hervat. (Elseviers Nederlands Woordenboek en Vreemde woordentolk. 1974) • Mijn klus valt op dek riepen de mariniers zo...

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aftrap

aftrap - Zelfstandignaamwoord 1. (voetbal) de eerste trap vanuit de middencirkel bij het begin van speeltijd van een voetbalwedstrijd Nederland nam de aftrap. 2. het begin of de start van iets Het doorknippen van het lint was de aftrap van de feestweek....

2024-04-16
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Aftrap

Aftrap - eerste trap tegen de bal, waarmee het spel begint. Hierbij wordt de bal op de stip in het midden van het veld gelegd. Eng. kick-off.

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aftrap

aftrap - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-trap 1. eerste trap waarmee een wedstrijd begint ♢ ongeveer drie minuten na de aftrap viel het eerste doelpunt 2. de opening of start van iets ♢ met...

2024-04-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

aftrap

afgetrap; deur trap afbreek of ondertoe druk; laat verslyt; met trapfiets aflê; dans; laat toeklap.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aftrap

m. (-pen), eerste trap waarmede het voetbalspel begint of hervat wordt na een doelpunt.

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aftrap

m. (eerste trap bij voetballen): de minister deed de aftrap.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aftrap

('af) m. het aftrappen.