aftocht
aftocht - Zelfstandignaamwoord 1. het weggaan ♢ De aftocht van de voetballers was grandioos, na die overwinning. 2. ~ blazen: vluchten ♢ Het verslagen leger moest de aftocht blazen. Woordherkomst samenstelling van af en tocht
Wiktionary (2019)
aftocht - Zelfstandignaamwoord 1. het weggaan ♢ De aftocht van de voetballers was grandioos, na die overwinning. 2. ~ blazen: vluchten ♢ Het verslagen leger moest de aftocht blazen. Woordherkomst samenstelling van af en tocht
Muiswerk Educatief (2017)
aftocht - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-tocht 1. wegvluchten voor een gevaarlijke situatie ♢ de aftocht van de vluchtelingen kwam op gang 1. de aftocht blazen [ervandoor gaan] ...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. [het mv. (-en) w. g.], van troepen of schepen: het in goede orde terugtrekken, afmarcheren, heengaan enz. voor de vijand : de aftocht veranderde in een volslagen vlucht; — vrije aftocht, gelegenheid om onverhinderd af te trekken; vrije aftocht bedingen, iem. vrije aftocht vergunnen enz. ; — in aftocht zijn,...
M. J. Koenen's (1937)
m. aftochten (het wegtrekken, afmarcheren): de aftocht der troepen; zegsw. de aftocht slaan of blazen, a) het sein geven tot de terugtocht, b) fig. zich uit de voeten maken.
Jozef Verschueren (1930)
('af) m. (-en; -je) [aftiegen] vertrek inz. van een leger : de blazen, (op de trom) slaan. Gez. de dekken, zorgen dat die ongehinderd kan geschieden ; de slaan, zich uit de voeten maken: iemand een veilige bezorgen, zorgen dat hij zich veilig uit de voeten kan maken. Syn. ➝ afmars.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Aftocht - (krijgskunde), het teruggaan of wegtrekken van een niet in aanraking met den vijand zijnde legerafdeeling, waarbij het doel, waarmede, zij zich ter plaatse bevond, wordt opgegeven; dit laatste in tegenstelling met eenen terugtocht, welke een meer tijdelijk karakter kan dragen en welke ook op het gevechtsveld kan plaats vinden.
J.H. van Dale (1898)
Aftocht m. (het mv. (-en) w. g.), het in goede orde terugtrekken, afmarcheeren of afzeilen (van legerbenden, vloten en schepen) voor den vijand: ieder zocht zich maar weg te pakken, en zoo veranderde welhaast de aftocht in eene volslagen vlucht; — vrije aftocht, gelegenheid om onverhinderd af te trekken; — vrijen aftocht bedingen, iem....
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: