Wat is de betekenis van AFTANDSCH?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFTANDSCH

Aftandsch bn. (van paarden) het wisselen der tanden geheel voltooid zijnde, een volwassen gebit bezittende: met het zevende jaar is een paard gewoonlijk aftandsch; bij aftandsche paarden laat zich de ouderdom niet meer met zekerheid bepalen; — (gemeenz.) hij wordt al wat aftandsch, begint sporen van ouderdom te vertoonen; — (scherts.)...