aftaaien
...
Marc De Coster (2020-2024)
(1950+) (Barg., havenarb., sold., zeem.) weggaan; vertrekken; ergens mee ophouden. Misschien van Eng. 'to tie up' (vastleggen) en dus oorspronkelijk een scheepsterm. Vgl. afnokken*. Bij soldaten meestal imperatief gebruikt: 'Taai maar af!' Onder mariniers betekent 'iemand laten aftaaien': hem of haar in de steek laten....
Wiktionary (2019)
aftaaien - Werkwoord 1. ergatief (informeel) weggaan bij een werkzaamheid, dienst e.d. ♢ Nee, die zijn eergisteren al afgetaaid. 2. (inerg) dienst of werkzaamheid opgeven ♢ Er werd door velen afgetaaid. Synoniemen afnokken
Marc de Coster (2017)
Aftaaien - in dezelfde zin gebruikt als afnokken, nl. ophouden met iets (meestal omdat men het beu is); weggaan. Bij soldaten veelal in de gebiedende wijs gebruikt: Taai maar af. Men veronderstelt dat het woord is afgeleid van het Eng. to tie up = een schip vastmaken, zodat aftaaien het omgekeerde is. Je laten aftaaien: ontslaan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: