afstotend
afstotend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanafstoten
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st of meest —), de eigenschap hebbend van af te stoten : de afstotende kracht van gelijknamige polen; — zijn optreden, zijn spreken was in hoge mate afstotend, boezemde afkeer, tegenzin in ; — een afstotend karakter, stug, het tegengestelde van innemend.
Jozef Verschueren (1930)
bn. (-er, -st en meest -) 1. ('af) wie, wat afstoot inz.: de -e kracht van twee lichamen. Tgst. aantrekkingskracht. 2. (af'sto:tənt) wie, wat afstoot: een karakter. Tgst. aanminnig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: