Wat is de betekenis van afstotend?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afstotend

afstotend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanafstoten

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afstotend

bn. (-er, -st of meest —), de eigenschap hebbend van af te stoten : de afstotende kracht van gelijknamige polen; — zijn optreden, zijn spreken was in hoge mate afstotend, boezemde afkeer, tegenzin in ; — een afstotend karakter, stug, het tegengestelde van innemend.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afstotend

bn. (-er, -st en meest -) 1. ('af) wie, wat afstoot inz.: de -e kracht van twee lichamen. Tgst. aantrekkingskracht. 2. (af'sto:tənt) wie, wat afstoot: een karakter. Tgst. aanminnig.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)