afstormen
...
Muiswerk Educatief (2017)
afstormen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-stor-men 1. snel, onstuiming of driftig naar iemand toe lopen ♢ op het erf kwam de hond op mij af stormen Regelmatig werkwoord: af-stor-men ik storm af (... ik afstor...
Van Dale Uitgevers (1950)
(stormde af, heeft en is afgestormd), onoverg., 1. zich in snelle vaart verwijderen, wegspoeden : de soldaten legden aan en verschrikt stormde het volk (van) de markt af ; 2. op iemand of iets afstormen, met hevigheid recht op iem. of iets toesnellen, in volle vaart er op aanrennen: de trompet klonk en daar stormde de ruiterij op de vijand...
Jozef Verschueren (1930)
('af) (stormde af, afgestormd) I. (heeft en is) naar beneden stormen. II. (is) 1. zich in snelle vaart verwijderen : van het plein -. 2. zich in snelle vaart in een bepaalde richting begeven : op iemand -.
J.H. van Dale (1898)
Afstormen (stormde af, heeft en is afgestormd), (van voetgangers en ruiters) zich in snelle en geweldige vaart verwijderen, wegspoeden: de soldaten legden aan en verschrikt stormde het volk van de markt af of de markt af; op het gegeven bevel stormden de ruiters het plein af; — (ook dicht.) van zeevarenden gezegd die in aller ijl van eene pla...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: