Wat is de betekenis van AFSTIJGEN?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afstijgen

afstijgen - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van af en stijgen Synoniemen [1] afklimmen, afstappen, uitstappen [2] afdalen, neerdalen, omlaaggaan, zakken Antoniemen [1] instappen, opstappen [2] opstijgen, opklimmen,

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afstijgen

(steeg af, is afgestegen), (stijgen heeft hier nog de betekenis van gaan), 1. naar beneden komen of gaan: zij stegen ettelijke trappen af en kwamen in de tuin ; (van) een berg afstijgen, een helling af stijgen; uit een schip in een boot afstijgen ; 2. (in ’t bijz.) van een rijdier stijgen of uitstappen uit een voertuig:...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afstijgen

steeg af, i. afgestegen (1 van een hoogte naar beneden komen; 2 afstappen van een rijdier): 1. een trap afstijgen; van de bok van een rijtuig afstijgen; 2. van het paard afstijgen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afstijgen

('af) (steeg, stegen af; is afgestegen) naar beneden komen : van een paard, een ladder -. Syn. ➝ afklimmen.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFSTIJGEN

(steeg af, heeft afgestegen), (stijgen heeft hier nog de beteekenis van gaan), naar beneden komen of gaan zij stegen ettelijke trappen af en kwamen in den tuin; mijn reisgenoot was in eene andere boot afgestegen die reeds naar wal was gegaan; — (in ’t bijz.) van een rijdier stijgen of uitstappen uit een rijtuig: hij was inmiddels de tre...

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)