Wat is de betekenis van afstemmen?

2023-06-04
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afstemmen

afstemmen - Werkwoord 1. (ov), (muziek) op de juiste toonhoogte brengen De eerste snaar wordt op een stemvork afgestemd. 2. (ov) op de juiste frequentie instellen We stemden de radio af op deze zender. 3. iets zo regelen dat het voor ied...

Lees verder

Direct toegang tot alle 10 resultaten over afstemmen?

Word nu vriend van Ensie
2023-06-04
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afstemmen

afstemmen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-stem-men 1. op een bepaalde zender instellen ♢ hij stemde de tv af op RTL4 2. ervoor zorgen dat alles goed bij elkaar past ♢ de kleur van zijn pak...

Lees verder
2023-06-04
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Afstemmen

van een televisieontvanger, een radiozender, een meetzender e.d. De afgestemde ontvanger reageert op elektrische golven - die in de antenne stromen opwekken - van een bepaalde frequentie. De zender wordt afgestemd op de uit te zenden frequentie met behulp van afstemkringen.

2023-06-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afstemmen

(stemde af, heeft afgestemd), 1. (voorstellen, wetsontwerpen enz.) bij stemming verwerpen: de zaak is beslist, de meerderheid heeft het voorstel af gestemd ; de vergadering stemde —, de leden stemden het voorstel af; ook : dat lid heeft de begroting afgestemd, tegengestemd; 2. (Zuidn.) iem. afstemmen (bij een verki...

Lees verder
2023-06-04
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afstemmen

stemde af, h. afgestemd (1 bij stemming verwerpen; 2 Z.-N. niet herkiezen; 3 radio: op de passende golflengte stellen): 1. een wet afstemmen; 2. iem. afstemmen; 3. afstemmen op Hilversum; ook fig. onze zielen zijn afgestemd op die ene mare: de kieviten zijn er.

Lees verder
2023-06-04
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Afstemmen

bij de draadiooze: het doen resoneeren v/e systeem met bepaalde trillingsfrequentie.

2023-06-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afstemmen

('af) (stemde af, heeft afgestemd) 1. bij stemming verwerpen : een wetsontwerp -. 2. Muz. geheel zuiver stemmen. 3. een radiotoestel zo instellen dat het een bepaalde uitzending weergeeft : op een zendstation, op Brussel -. 4. in de vereiste stemming brengen om iets bepaalds op te nemen : zijn gemoed was afgestemd op de ontwakende lente.

Lees verder
2023-06-04
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afstemmen

Afstemmen - Wanneer van een trillend systeem de trillingstijd zoodanig gewijzigd wordt, dat die zooveel mogelijk gelijk wordt aan dien van een ander trillend systeem, dan spreekt men van a. van het eene systeem op het andere. De uitdrukking wordt gebezigd in de leer van het geluid, en verder ook bij het opvangen van electrische golven (zie DRAADLOO...

Lees verder
2023-06-04
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Afstemmen

Afstemmen - een voorstel in een vergadering van stemgerechtigden bij meerderheid van stemmen afwijzen.

2023-06-04
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afstemmen

Het begrip afstemmen heeft 2 verschillende betekenissen: 1. afstemmen - (stemde af, heeft afgestemd), (voorstellen, wetsontwerpen enz.) bij stemming verwerpen de zaak is beslist, de meerderheid heeft het voorstel afgestemd; had de Tweede Kamer het amendement afgestemd, dan zou de toestand veel zuiverder zijn geworden; de vergadering stemde, de lede...

Lees verder