Wat is de betekenis van afstand?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afstand

afstand - Zelfstandignaamwoord 1. de ruimte die zich ergens tussen bevindt Van hier naar de noordpool is een behoorlijke afstand. 2. ~ doen van iets: geen aanspraak meer doen op eigendomsrechten, schenken, doneren, cessie, geven, afstaan Het meisje deed m...

2024-04-20
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Afstand

Afstand - 'met afstand': met een duidelijke voorsprong. 'Iemand op afstand zetten': een duidelijk voorsprong nemen op. Beide uitdrukkingen zijn van Vlaamse origine, maar raken langzamerhand ook ingeburgerd in de Nederlandse wielertaal. De man die met afstand als beste Nederlandse klimmer te boek stond, mocht nota bene genieten van de anonimiteit de...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afstand

afstand - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-stand 1. ruimte tussen twee plaatsen of dingen ♢ welke afstand hebben jullie gelopen? 1. je moet een beetje afstand nemen [er niet meer zo druk mee bez...

2024-04-20
Woordenboek van het Kadaster

Kadaster (2017)

Afstand

(Synoniem voor: Doorhaling) Een doorhaling is het machtigen van de bewaarder tot een doorhaling van een hypotheek of een beslag door een inschrijving van een verklaring van waardeloosheid op een inschrijving van een hypotheek of een beslag in de openbare registers.

2024-04-20
Begrippenlijst toerisme

Digischool (2010)

Afstand

De afstand tussen twee plaatsen gemeten in kilometers, reistijd en kosten.

2024-04-20
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

afstand

(de; en) LO - looponderdeel van een zekere lengte, bv. de 1.500 m, 100 m horden.

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

afstand

- iemand op afstand houden, iemand op een afstand houden. Torhout reageerde gepast in de tweede set maar moest lang strijden om de thuisploeg definitief op afstand te houden. - DS, 10-02-2003. - iemand op afstand zetten, op iemand een voorsprong halen. - van op (een) afstand, van een afstand, op een afstand.

2024-04-20
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Afstand

met - met grote voorsprong; duidelijk; verreweg; met groot verschil. Deze uitdr. stamt uit de sportverslaggeving, waar ze werd gebruikt m.b.t. een (overduidelijke) overwinning. Wellicht ontleend aan het Duits, waar sportverslaggevers de uitdr. mitAbstand al sinds ca. 1920 gebruiken (Klipper). Reinsma 1984 vermeldt enkel de sportbet. Teg. echter in...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Afstand

1. Distantie. Een kamerlid neemt afstand van bepaalde opmerkingen van zijn fractievoorzitter door aan te geven op welke punten hij andere opvattingen over de betrokken kwestie heeft.2. Technische term die veel wordt gebruikt in debatten over inkomenspolitiek. Zo kunnen sociale uitkeringen op afstand zijn gekoppeld aan de gemiddelde stijging van de...