Wat is de betekenis van AFSPEUREN?

2024-12-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afspeuren

(speurde af, heeft afgespeurd), 1. speurende, spiedende afzien: een weg, de omtrek af speuren; 2. speurend afleggen, over de gehele oppervlakte, door de gehele ruimte speuren: de hond heeft het hele veld afgespeurd; ik heb alle hoekjes en gaatjes vergeefs af gespeurd ; 3. (gew.) (van kleuren en kleurige stoffen) door helderheid van k...

2024-12-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afspeuren

(speurde af, heeft afgespeurd) speurend afzien : de omstreken -.

2024-12-04
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFSPEUREN

(speurde af, heeft afgespeurd), (gew.) (van kleuren en kleurige stoffen) door helderheid van kleur sterk in ’t oog vallen, goed uitkomen haar aangezicht blinkt van dat frissche rood en dat glanzige wit waarbij het snoer van bloedkoralen zoo helder afspeurt.

Gerelateerde zoekopdrachten