Wat is de betekenis van afspanning?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

afspanning

Het begrip afspanning heeft 2 verschillende betekenissen: 1) horecagelegenheid. gelegenheid langs de weg waar men iets kan eten en/of drinken; horecagelegenheid; herberg; uitspanning. 2) omheining. afzetting; omheining.

2024-04-20
Begrippenlijst Prorail

Prorail (2016)

Afspanning

Een afspanning is een mechanische voorziening aan een paal, die de trekkracht in de bovenleiding mogelijk maakt (vaste afspanning) of constant houdt (beweegbare afspanning).

2024-04-20
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

afspanning

uitspanning

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

afspanning

(de, -en) herberg met stalling. Vlaming Yves Vanderlinden verbouwde een oude afspanning op een rustige en groene plaats in de Ardennen tot restaurant-hotel L'Affenage. - Knack, 19-12-2001. -landelijk restaurant.

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

afspanning

Herberg, veelal met stalling; vooral in toep. op een als café-restaurant ingerichte boerderij. Daar had ik vorige zomer zo’n verlangen naar, dat we de afspanning en eetgelegenheid De Mooie Molen bezoek brachten en ons verlangen naar boterhammen met boerenhesp uitspraken, BOON 1972, 21. We liepen zowaar in Benidorm een avondlijke afspa...

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afspanning

v., 1. het afspannen in al de opvattingen van het woord: er kwam bevel tot afspanning van het geschut; 2. (-en), (Zuidn.) herberg of stalhouderij waar men kan pleisteren, uitspanning.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afspanning

v. afspanningen (Z.-N. herberg met stalling).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afspanning

('af) v. (–en) het afspannen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)