Wat is de betekenis van afsnauw?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afsnauw

afsnauw - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnauwen ♢... dat ik afsnauw

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afsnauw

m., nors en vinnig woord: iem. een afsnauw geven, hem afsnauwen.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afsnauw

('af) m. afsnauwend woord: een – geven, krijgen.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFSNAUW

m. iem. een af snauw geven, hem afsnauwen; — hij kreeg een afsnauw, norsch, bits antwoord.