Wat is de betekenis van Afrikaander?

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afrikaander

AFRIKA'NER, ra. (-s), de vooral in Z.-Afrika gebezigde aanduiding van een in Z.-Afrika geboren blanke, inz. van Boerenafkomst.

2024-04-24
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Afrikaander

is een woord, dat is ontstaan in het begin van de 18de eeuw aan de Kaap, toen onder gouverneur W. A. v. d. S tol, die de ambtenaren der Compagnie ten koste van de kolonisten bevoordeelde, een tegenstelling tussen deze groepen opkwam. Voor de kolonisten, immers „vrijburgers”, was het een erenaam, die hen aan hun nieuwe vaderland bond. Bu...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Afrikaander

m. -s, in Afrika, inz. in Z.- Afrika geboren blanke; ook: Afrikaner.

2024-04-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Afrikaander

in Z.-Afrika geboren Afrikaamch sprekende blanke

2024-04-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Afrikaander

zie Afrikaner.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Afrikaander

(afri'ka:ndər) m. (–s) blanke inboorling van Zuid-Afrika.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afrikaander

AFRIKAANDER, zie AFRIKANER.