Wat is de betekenis van afplakken?

2025-01-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-01-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afplakken

afplakken - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van af en plakken

2025-01-22
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afplakken

afplakken - regelmatig werkwoord uitspraak: af-plak-ken 1. met plakband bedekken ♢ voordat je gaat schilderen moet je de ramen even afplakken Regelmatig werkwoord: af-plak-ken ik plak af (... ik afplak)...

2025-01-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afplakken

(plakte af, heeft afgeplakt), (voorwerpen die geplakt moeten worden) geheel en al plakken : al deze zakken hebben we afgeplakt; ook absol.

2025-01-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afplakken

('af) (plakte af, heeft afgeplakt) gedaan maken met plakken.

2025-01-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afplakken

AFPLAKKEN, (plakte af, heeft afgeplakt), (voorwerpen die geplakt moeten worden), geheel en al plakken : deze zakken hebben we afgeplakt; na het afplakken gaan we weer uitknippen; — veel plakken; — ergens vaak laat blijven.

2025-01-22
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)