Wat is de betekenis van afpersen?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afpersen

afpersen - Werkwoord 1. (ov) onder dreiging van geweld iemand geld afnemen Hij wordt al enige tijd door de bende afgeperst. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en persen(werkwoord)

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afpersen

afpersen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-per-sen 1. hem dwingen jou geld te geven ♢ de winkelier werd afgeperst door de overvaller Regelmatig werkwoord: af-per-sen ik pers af (... ik afpers) ...

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afpersen

v., ôftwinge, fan ’e hûd skuorre; iem. alles —, immen (skjin) útknipe.

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afpersen

(perste af, heeft afgeperst), 1. (stoffen die zich op iets bevinden) door persing daarvan verwijderen ; 2. door persen uitwerpen : het paard perst het veulen af; 3. (voorwerpen die geperst moeten worden) persen voor zoveel nodig is: is het nieuwe kostuum al af geperste — (boek'o.) het te binden boek tussen twee persplanke...

2024-04-18
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Afpersen

iemand door geweld (of bedreiging daarmee) dwingen tot afgifte van goed, aangaan van schuld of tenietdoen van inschuld (art. 317 Ned. Sw.). Straf: gevang, tot 9 j., onder verzwarende omst. ook 12 of 15 j. Volgens Big. Sw. gestraft met opsl. 5-10 j. of onder verzwarende omst. dwangarbeid 15-20 j.

2024-04-18
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Afpersen

is volgens het NEDERLANDS W. V. Str. (art. 317) het misdrijf waaraan hij zich schuldig maakt, die iemand, met oogmerk zichzelf of een derde te bevoordelen, door geweld of bedreiging met geweld dwingt tot de afgifte van enig goed, dat geheel of ten dele toebehoort aan hem, tegen wien de dwang wordt uitgeoefend, of ook aan een derde. Eveneens is dit...

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afpersen

perste af, heeft afgeperst; meest. fig. dwingen tot iets: iem. tranen afpersen, een zucht afpersen, iem. een belofte afpersen; als rechtst. strafbaar gesteld misdrijf: afpersing, v. -en.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afpersen

('af) (perste af, heeft afgeperst) 1. gedaan maken met persen : is dat kostuum al afgeperst. 2. door ontroering doen storten : iemand tranen –. 3. door dwang en overmacht verkrijgen : iemand geld, een verklaring –. →: bloed. Syn. →: afdwingen. 4. onweerstaanbaar inboezemen : iemand bewondering –.