Wat is de betekenis van afmeting?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afmeting

afmeting - Zelfstandignaamwoord 1. de ruimte die iets in beslag neemt (lengte, oppervlak, inhoud etc.) De afmeting van de bank is te groot voor onze woonkamer. Woordherkomst Naamwoord van handeling van afmeten met het achtervoegsel -ing

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afmeting

afmeting - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-me-ting 1. hoe lang, breed of hoog het is ♢ heb je de afmetingen van die kast opgeschreven? Zelfstandig naamwoord: af-me-ting de afmeting d...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

afmeting

grootte, maat.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afmeting

s., ôfmjitting, bistek (it).

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afmeting

v. (-en), 1. (w. g.) de daad van afmeten:bij de afmeting bleek, dat het stuk linnen twee meter te kort was ; 2. lengtemaat in een der hoofdrichtingen; in het mv. : lengte, breedte en hoogte : de afmetingen van de kamer zijn 6 bij 5 bij 4 m ; een standbeeld van. reusachtige afmetingen; de afmetingen van het tentoonstellingsgebouw overtreffen...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afmeting

v.-en; 1. het afmeten: wees bij de afmeting tegenwoordig; 2 grootte: een gebouw van reusachtige afmetingen; 3. meetk. richting, waarin een lijn, een vlak of een lichaam zich uitstrekt: een lijn heeft één afmeting, een vlak twee afmetingen, een lichaam drie afmetingen.

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Afmeting

Dimensie.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afmeting

('af) v. (–en) I. Eig. het afmeten. II. Metn. 1. [door afmeting verkregen] grootte : een gebouw van reusachtige –en. 2. een der drie richtingen waarin iets kan afgemeten worden : een lijn heeft één –, een vlak twee, een lichaam drie –en.