aflopen
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
aflopen - Werkwoord 1. ergatief eindigen, verstrijken ♢ De termijn van deze overeenkomst loopt morgen af. 2. absoluut hellen ♢ Deze vloer loopt een beetje af. 3. ergatief het klinken van een alarmsignaal ♢ De...
Muiswerk Educatief (2017)
aflopen - onregelmatig werkwoord uitspraak: af-lo-pen 1. er komt een eind aan, het gaat voorbij ♢ de film is bijna afgelopen 1. de afgelopen week [de week die voorbij is] ...
Frans van Lier (1987)
Ontbreken van witmarge op één of meer plaatsen langs een illustratie; aan die zijden loopt de illustratie door tot aan de afsnee van de pagina.
Walter De Clerck (1981)
1. In verb. met komen: aanlopen. Als ze in een dorp kwamen, hielden ze stil op de markt en speelden daar wat schoone airkens. Het volk kwam afgeloopen en bekeek die moede, bestoven mannen, WALSCHAP 1935, 21. Uit koleire plunderden de hongerlijdenden dan in de ongastvrije streken de rapenvelden.... Wanneer de boeren dan met dreigementen afge...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., ôfrinne; (lopende afleggen), bipeazgje, bipeaskje; goed, slecht —, goed, raer biteare, útpakke, útlotsje, útrinne; dat loopt niet goed af, dat spint forkeard jern; het loopt verkeerd af, it komt forkeard, raer, bryk, nuver, mâl, foar de hearen, it snijt hounehier, hounelo...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: