Wat is de betekenis van Aflezen?

2025-07-09
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-09
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-09
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aflezen

(las af, heeft en is afgelezen), 1. vruchten, bloemen enz. afplukken en bijeenzamelen; bomen, planten aflezen, ze van de vruchten en bloemen ontdoen; 2. (lezen in de gewone betekenis): het moois, het nieuws, het nieuwtje, de aardigheid enz. van een boek aflezen, er zó lang in lezen, dat men voor dat alles geen gevoel me...

2025-07-09
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aflezen

aflezen - Werkwoord 1. de meetwaarde bepalen door te kijken naar een meetapparaat Ieder jaar moet ik de gasmeter aflezen om de meterstanden door te geven aan het gasbedrijf. Ik liep naar buiten om de thermometer af te lezen. Woordher...

2025-07-09
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aflezen

aflezen - onregelmatig werkwoord uitspraak: af-le-zen 1. tot het einde toe lezen ♢ ik wil nu eerst deze brief even aflezen 2. nagaan welke gegevens een apparaat aangeeft ♢ je kunt de bandendruk...

2025-07-09
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

aflezen

(voor)lezen Ik had weinig zin steeds ja te moeten knikken in een SP.A-fractie. Er is te weinig inspraak in Bredene. Zo beperken de wijkraden zich tot het aflezen van plannen. (dagblad) Marcel Vanthilt zei vorige week in ' De Laatste Show ' dat een quiz presenteren eigenlijk niet zo moeilijk was, dat het niet meer is dan...

2025-07-09
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-09
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aflezen

las af, heeft afgelezen; 1. ten einde toe voorlezen: een lijst van namen aflezen; 2. in het openbaar bekend maken: een verordening, een proclamatie aflezen; 3. Z.-N. afbidden (in bet. 3); door bidden doen verdwijnen: Z.-N. paternosters aflezen; een ziekte aflezen.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-09
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aflezen

(’af) (las, lazen af; heeft afgelezen) 1. ten einde lezen : een brief –. 2. naar de rij af voorlezen : een naamlijst –. 3. door lezen verslijten : dat boek is letterlijk afgelezen. 4. door het lezen van een bezweringsformulier (trachten) weg (te) nemen : iemand de koorts –. 5. door lezen afmatten : zich –. 6. lezend...