Wat is de betekenis van afkopen?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afkopen

afkopen - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van af en kopen Synoniemen aflossen

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afkopen

v., ôfkeapje.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afkopen

(kocht af, heeft afgekocht), 1. iem. of iets vrij- of loskopen: iem. van de dienst afkopen ; zij waren door rovers overvallen en hadden schip en lading voor grof geld moeten afkopen : 2. iem. iets afkopen, het door koop van hem verkrijgen ; 3. (verplichtingen die op iem. rusten) doen ophouden, zich er van ontslaan door het voldoen v...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afkopen

onr. w.w., kocht af, heeft afgekocht; 1. los- of vrijkopen: iem. van de krijgsdienst afkopen, zich van de krijgsdienst afkopen; 2. door koop verkrijgen: iem. een. koe afkopen; zegsw. zich laten afkopen, zich met geld laten overhalen om af te zien van enig recht enz.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afkopen

('af) (kocht af, heeft afgekocht) 1. vrijkopen : zich van de krijgsdienst -. 2. door kopen verkrijgen : iemand een koe -. Tgst. verkopen. 3. zich er van ontslaan door het voldoen van een prijs enz. : grondrenten -. 4. overhalen om van iets af te zien : zich (door geld) laten -. afkoper m. (-s). afkoping v. (-en).

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)