Wat is de betekenis van Afkoop?

afkoop - Zelfstandignaamwoord 1. betaling van een bedrag om een verplichting te beëindigen, of om van gezeur (afpersing) af te zijn afkoop - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkopen ♢... dat ik afkoop

De beëindiging van een levensverzekerings- of pensioenovereenkomst op verzoek van de polishouder, waarbij de polishouder, indien van toepassing, de afkoopwaarde van de overeenkomst ontvangt.

Afkoop is het in één keer uitbetalen van (klein) pensioen aan deelnemer die niet meer in dienst is.

Bij afkoop wordt het pensioen in één keer uitgekeerd in plaats van maandelijks. Het is wettelijk bijna altijd verboden. Er mag alleen worden afgekocht als: het pensioen waarop iemand na beëindiging recht heeft gehouden klein is. Voor 2010 gold hiervoor bijvoorbeeld een bedrag van € 416. De pensioenuitvoerder kan dit pensioen twee jaar na de b...

afkoop - Beeindigen van een (levens-)verzekeringsovereenkomst door de verzekeringsnemer eerder dan oorspronkelijk is afgesproken.

afgekoop; loskoop; vrykoop.

De 17de- en i8de-eeuwse benaming van het recht van een huurder, die een eigen huis op eens anders grond had, om, bij zijn vertrek, overname van dit huis tegen taxatieprijs te vorderen van de landheer of van de volgende huurder. De A. (vroeger ‘ontruiminge’ genoemd) hield verband met een prille vorm van het beklemrecht. Typisch voor Frl....

m. (...kopen), 1. het vrijkopen van personen uit zekere betrekking: zijn afkoop uit de dienst heeft zijn vader vrij wat geld gekost; 2. het terugkopen van verbeurd- of prijs verklaarde goederen; 3. betaling van een som gelds om een eind te maken aan een bestaande verplichting : afkoop van grondrenten, tienden enz., of om onaangename...

het zich bevrijden van een verplichting door betaling van een geldsom (bijv. A. van grondrenten). A. van een levensverzekering is de tussentijdse beëindiging, waarbij de nemer, indien de polis tenminste een aantal jaren heeft bestaan, recht heeft op een gedeelte van de premie-reserve, de afkoopsom.